top of page

Golfballen : fabels en weetjes


Over golfballen valt veel te vertellen. Alleen al omdat er sinds jaar en dag ook fabels en mythes rondgaan. Hier acht weetjes waarmee je bij de echte feiten blijft.


1. Begrensd

Om het spel te beschermen is de golfbal begrensd. Zo mag een bal niet zwaarder zijn dan 45,93 gram en moet deze een diameter hebben van minimaal 42,67 millimeter. Ook aan de afstand zit limieten, die met een robot door de regelautoriteiten R&A en USGA worden getest. Om een bal in een wedstrijd te mogen gebruiken, mag deze bij een clubhoofdsnelheid van 120 mijl per uur niet verder vliegen dan 317 yards, zo’n 290 meter. Ook is het zo dat de bal vlak na impact niet sneller mag vliegen dan 76,2 meter per seconde.

2. Dimples

Een moderne bal is voor zo’n tachtig procent bedekt met dimples. Het aantal dimples zegt weinig over de prestatie van een golfbal. Zo heeft het merk Wilson ballen geproduceerd met 500 dimples en Maxfli een bal met 272 dimples. De lift (hoe snel stijgt en daalt een bal) en drag (hoe presteert een bal tegen de wind in en met de wind mee) worden bepaald door de rand, vorm en diepte van de dimples. Een diepe dimple zorgt doorgaans voor een lagere vlucht en vice versa. De kunst is een dimplepatroon te ontwerpen waarbij drag en lift goed in balans zijn.

3. Symmetrie

Golfballen zouden rechter vliegen als ze op een bepaalde manier worden opgeteet. Dat is een mythe. Ook hier heeft de USGA een stokje voor gestoken door te eisen dat een bal symmetrisch is. Het streepje of het merk op de bal helpt dus alleen bij het oplijnen.

4. Compressie

Als het gaat over golfballen, valt vaak het woord compressie maar wat is het eigenlijk? De compressie van een golfbal kan op verschillende manieren worden vastgesteld. Een van de manieren: wat is de mate van vervorming als je de bal blootstelt aan een gewicht van tweehonderd pond (circa negentig kilo). Hoe hoger de compressie, hoe minder de bal vervormd. Compressie is er vooral voor ballenmakers om geluid, spin, balsnelheid en de coëfficiënt of restitution (de mate waarin energie wordt overgedragen tussen club en bal) te bepalen. Er zijn veel voorbeelden van ballen die totaal anders aanvoelen maar toch dezelfde compressie hebben. Het idee dat ballen met lage compressie geschikt zijn voor spelers met een lagere swingsnelheid, is een fabel en niet de manier om de goede bal te kiezen.

5. Spin

Spelers als Joost Luiten creëren backspin als de beste. Grofweg creëren ze met een ijzer 4 vierduizend omwentelingen per minuut (rpm) en voor een ijzer 5 vijfduizend omwentelingen, etc. Met een wedge halen de Tourspelers zo’n tienduizend rpm. Om een bal op de green direct te laten stoppen heb je zo’n negenduizend rpm nodig. Heet je geen Joost Luiten, dan is het nog altijd zo dat je de duurdere premium ballen sneller op de green kan laten stoppen. Voor elke duizend rpm extra spin met een wedge, blijft de bal, op een gemiddelde Nederlandse green, zo’n anderhalve meter eerder liggen. Doe dat achttien holes lang en je hebt aardig wat meters bespaard met de putter.

6. Onder de zoden en in het water

Hoe lang gaat een bal mee? Voor een eerste scheurtje moet je minstens honderd keer swingen, en hard. Als je niet zo hard slaat als een professional is dat zelfs 250 keer, en dan nog is het de vraag of deze schaafwonden invloed hebben op de prestaties. Water is minder goed voor een golfbal. Als een bal langer dan drie weken in het water ligt kan het vocht doordringen tot de kern en dat heeft invloed op hoe ver een bal vliegt. De mate van kwaliteitsverlies hangt af van het type bal, de temperatuur van het water en hoe lang de bal onder water ligt. Golfballen die in warm zout water belanden, verliezen eerder hun kwaliteit dan ballen die in koud water eindigen. Lakeballs - ballen die uit het water gevist zijn en als tweedehands verkocht worden - kunnen dus heel goed zijn maar ook heel slecht.

7. Wisselbal

Het is geen fabeltje dat je bal in de winter slechter presteert, en dat komt niet alleen door de omstandigheden in de lucht. Ongeacht de compressie van de bal, verlies je ongeveer tien meter aan afstand als de bal een temperatuur heeft van vier graden. Tip: houd in de winter nog een extra bal (van hetzelfde type en merk) in je zak en wissel ze om de hole af.

8. Rangeballen

In 2014 heeft het Amerikaanse blad Golf Digest met een robot een test gedaan waarbij ballen van twintig willekeurige drivingranges zijn vergeleken met een Titleist ProV1. Het resultaat? De ProV1 vloog – met een ijzer 7 en een swingsnelheid van een gemiddelde amateur – tussen de 134 en 139 meter. Bij de drivingrangeballen was dat tussen de 127 en 154 meter. Oftewel, als je wilt meten hoe ver je slaat met je verschillende clubs, hecht dan niet te veel waarde aan de afstanden op de drivingrange. Doe dat liever in de baan, met een afstandsmeter.

(Bron : Golf.nl)


154 views

Comments


bottom of page