12 oefeningen voor een ontspannen slag (bron : Golf.nl)
Elke golfer weet het : hoe meer ontspannen je swingt, hoe beter de slag. Maar angst zorgt vaak voor onbewuste spierspanning waardoor je de vloeiende beweging verliest. Het goede nieuws: er zijn oefeningen die je hersenen voor de gek houden en mentale blokkades doorbreken.
Er zijn honderden negatieve en vaak ook onrealistische gedachten die onbewust door je hoofd kunnen schieten terwijl je aan het golfen bent. En die gedachten hebben vaak grote gevolgen voor de prestaties en het plezier in golf. Als het chippen bijvoorbeeld steeds fout gaat, ontwikkel je negatieve associaties die uiteindelijk zelfs tot blokkades kunnen leiden, het fenomeen dat we ook wel de chip-yips noemen. Je kunt en durft nauwelijks de club nog weg te nemen.
Er zijn veel (top)golfers bij wie zoveel angst voor fouten is ontstaan, dat ze geen controle meer hebben over bewegingen. Het lichaam zet zich schrap, een ontspannen en vloeiende beweging wordt onmogelijk. Dat is heel vervelend, maar gelukkig is er wat aan te doen. Met oefeningen kun je negatieve associaties omzetten in positieve, mentale blokkades doorbreken en zelfvertrouwen ontwikkelen. Floris Vos, PGA professional en mental coach van Nederlandse Tourprofessionals en topamateurs, licht de 12 tips toe die hij veel gebruikt om mentale blokkades te doorbreken.
Swing
1. Fotofinish
Een goede oefening tegen blokkeren in de swing en te veel de bal slaan, is de fotofinish. Begin de swing vanuit de eindpositie, swing van daaruit naar de backswing en in een vloeiende beweging weer terug naar de ideale eindpositie. Dit helpt om niet tégen de bal te slaan maar door de bal heen; je komt die tijdens de swing als het ware tegen.
2. Tempo 20% - 100%
In een veel langzamer patroon bewegen zorgt ervoor dat de spieren ontspannen. Maak je swingbeweging op 20% van je gewone snelheid, voer dat op naar 40%, 60%, 80% en maak dan een swing op 100%. Vertraagd de swingbeweging maken, voorkomt die ruk aan de club, de spiercontractie, als we bij de bal komen.
3. Hmmm-oefening
De hmmm-oefening zorgt altijd voor hilariteit. Een swing maken terwijl je zachtjes hmmm neuriet. Zodra mensen bij de bal komen, verandert de hmmm in een paniekerig kreetje. Hoe meer je vanuit de techniek swingt zonder een abrupte krachtbeweging, hoe makkelijker het is om rustig hmmm te blijven neuriën. Bij kinderen doe ik dit met een chipje tussen de tanden. Het idee is dat ze een swing maken zonder dat het chipje breekt.
4. Gerichte aandacht
Richt je aandacht op een heel specifiek punt, bijvoorbeeld een dimple op de bal die je inkleurt. Doordat je heel erg gefocust bent op dat punt, laat je de beweging als vanzelf gebeuren. Louis Oosthuizen won in 2010 het Brits Open met een rode stip op zijn handschoen. Die stip was een idee van Karl Morris, een Engelse sportpsycholoog. Het kijken naar die stip hielp Oosthuizen om zich te concentreren op zijn swing en niet bezig te zijn met het resultaat van de slag. Tevens fungeerde de stip als een trigger om het juiste gevoel bij de slag te krijgen. Na elke goede slag keek Oosthuizen expres naar de stip, het brein maakte daarbij een associatie tussen het goede gevoel van de slag en de stip. Deze techniek wordt ook wel anchoring genoemd en werd ontdekt door de Russische fysioloog Ivan Pavlov. Het deed een revolutionair onderzoek met honden waar hij wereldberoemd mee werd. Elke keer als hij honden eten gaf, liet hij een belletje rinkelen. Na een aantal sessies begonnen de honden speeksel te produceren zodra ze het belletje hoorden. De honden waren zo geconditioneerd dat het rinkelen voldoende was de honden exact te laten reageren alsof er daadwerkelijk eten lag. Pas het toe bij jezelf net als Oosthuizen. Kijk elke keer na een goede slag naar de stip en als je vervolgens bij een nieuwe slag naar de stip kijkt, trigger je het goede gevoel dat is gekoppeld aan de stip.
5. Tellen
In gedachten tellen is een goede manier om dat vervelende duiveltje in ons hoofd dat zegt dat het toch weer niks wordt, te temmen. Tel bijvoorbeeld 30, 29, 28 tijdens de swing als afleidingsmanoeuvre voor je brein. Als je de bal door dat tellen wel goed slaat, krijg je een positieve associatie die je oppept voor de volgende slag.
6. Rechts/links swingen
Dit doe ik eigenlijk alleen als iemand echt een serieuze blokkade heeft: rechtshandige golfers links laten swingen. Het verwachtingspatroon is dan nul, er is geen enkele negatieve associatie vanwege missers in het verleden en daardoor draaien leerlingen vaak mooi en ontspannen door in de swing. Als ze weer normaal swingen, zie je dat het onbevangen gevoel kan worden overgenomen in de normale slag.
7. Post-impact
De swing beginnen vanuit de positie net na het raken van de bal. De heupen zijn open gedraaid, de druk is al op links en de handen zijn iets voor de bal. Vanuit die positie zwaai je naar de backswing en terug en onderweg kom je de bal tegen. Door de swing vanuit de post-impact-positie te beginnen, programmeer je de juiste houding op het moment van raken.
8. Kijken naar het doel
Jordan Spieth, winnaar van drie majors, kijkt bij korte putts soms niet naar de bal maar naar de hole. Je ziet dat zelden, maar het idee is op zich wel logisch; een darter kijkt immers ook niet naar zijn pijl, maar naar het doel. Daardoor laat je de handeling meer onbewust gebeuren. Bij oefenswings zie je golfers vaak wel naar het doel kijken, bij de echte swing niet. Toch gebeurt dit wel degelijk. Dustin Johnson bijvoorbeeld, net voor impact volgen zijn ogen al de doellijn en draait zijn gezicht naar het doel. Je ziet het ook bij veel spelers in het korte spel. Verschillende onderzoeken in sport en ook in golf tonen het aan, het lichaam beweegt gerichter naar het doel door onze ogen hiervoor te gebruiken. Het is alleen iets dat we in golf nauwelijks kennen omdat we in de basis van het spel naar de bal kijken. Daarnaast is het ook lastig om naar het doel te kijken en tegelijkertijd een mooie volledige backswing te maken. Maar de manier van Dustin Johnson kan zeker goed werken. Daarnaast kan visualisatie een groot verschil maken. Uit diverse onderzoeken blijkt dat het brein nagenoeg geen onderscheid maakt tussen een visualisatie van het doel of het daadwerkelijk kijken naar het doel. Zo bewijst onder anderen dokter Biasiotto in een bekend basketbalonderzoek. Door een heel scherp beeld van het doel en de vlucht van de bal in gedachten te houden reageert het lichaam efficiënter en herhaalt de beweging zich nauwkeuriger.
Bunkerslag
9. Tee lager en lager
Een oefening waarmee ik goede resultaten boek bij golfers met een bunkerfobie. Tee de bal lekker hoog op in een bunker en sla de bal op de green. Steek de tee dan iets verder in het zand en sla de bal weer op de green. Vervolgens steek je de tee helemaal in het zand, legt de bal erop en slaat de tee weg. Vaak durven mensen dan wel onder de bal door in het zand te slaan. Deze oefening met een steeds lagere tee werkt trouwens ook goed bij chipproblemen.
Chippen
10. Linkerhand onder of met één hand
Als door veel slechte chips het vertrouwen tot het nulpunt is gedaald, is het goed de negatieve vicieuze cirkel te doorbreken door iets heel anders te doen, het brein te resetten. Professional Jason Palmer chipte, ook in toernooien van de European Tour, met alleen zijn rechterhand en dat hielp hem enorm. Een bekende oefening is ook crosshanded chippen, dus met de linkerhand onder (voor rechtshandigen). Dit stimuleert de juiste rotatie vanuit het lichaam en vermindert handenactie. Eigenlijk verbaast het me dat er niet vaker zo gechipt wordt in de baan.
11. Weg bal!
Een oefening voor golfers die grote problemen hebben met chippen. De leerling maakt zijn chipslag en net voor het moment van raken, pak ik de bal weg. Na nog twee keer de bal weghalen, laat ik de bal liggen. Meestal slaan leerlingen dan een mooie chip in een vloeiende beweging omdat de focus niet meer op het raken van de bal ligt. Dat geeft een heel positief gevoel want je ervaart dat je wel degelijk een mooie chip kunt spelen.
Putten
12. Ogen dicht
Een bekende oefening is putten met je ogen dicht. Het idee erachter is natuurlijk dat je niet gefocust bent op het goed raken van de bal maar op het ontspannen uitvoeren van de beweging. Zo putte professional op de LPGA Tour Lexi Thompson (op de foto bovenin) met haar ogen dicht toen ze in 2016 in een putt-dip raakte. Met je ogen dicht trainen kan ook effectief zijn bij andere slagen, zoals de volle swing. Tourpro Henrik Stenson had een bepaalde periode zoveel problemen met de driver, dat hij zelfs in toernooien afsloeg met de ogen gesloten.
Comments